vrijdag 27 mei 2011

Mijn dankwoord

Ik geloof niet in toevalligheden. Ik geloof in het lot en ben dan ook van mening dat er mensen om een bepaalde reden je pad kruisen. Je bewandelt je eigen pad. Een ieder is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leven en hoe het leven zich ontwikkelt. Toch zijn er mensen in mijn leven verschenen die ik nooit zal vergeten. Zowel in positieve als in negatieve zin, want ik werd erdoor gevormd. Dit wordt geen lange column over de zin en onzin van het leven. Dit wordt geen verhaal over hoe ik alles beter had moeten doen. Dat is allemaal achteraf gelul, waar ik niks mee kan. Daarom blijf ik niet lang stil staan bij alle negatieve aspecten wat ik heb meegemaakt. Dat is ook de reden waarom ik sommige exen, zogenaamde vrienden al lang en breed vergeten ben. Het geeft mij een naar gevoel om daarop terug te kijken. Als ik aan mijn ex terugdenk, dan krijg ik spontaan het gevoel dat ik moet poepen. Je kent dat wel, dat drukkende onderbuikgevoel en dat je anus dichtknijpt. Dat gevoel. Daarom kijk ik niet terug op die periode. Behalve als ik meer dan drie dagen niet heb gescheten, dan gaat het als volgt: Ik ga er eens goed voor zitten, met de broek tot op mijn enkels. Ik visualiseer de rotkop van mijn ex voor me en binnen no time zijn mijn darmen weer geleegd!

Ondanks alle doffe ellende wat ik over mezelf heb afgeroepen door een relatie met haar aan te knopen, moet ik haar ook bedanken. Dat doe ik dan ook bij dezen: “Die drie jaren wat ik aan jou verspild, waren achteraf gezien erg leerzaam. Ik weet nu hoe het voelt om jezelf te verloochenen. Ik weet hoe het is om vervreemd te raken van je eigen vertrouwde omgeving. Ik weet hoe het voelt om gewantrouwd te worden op basis van onzekerheid. Dank je voor deze jaren. Ik heb ervan geleerd en weet nu dat het nooit erger kan worden. Jij bent het absolute dieptepunt. De bodem van een vervuilde beerput. Ik dank je”.

Ik dank ook mijn allerbeste vrienden en in het bijzonder Hans Uktolseja, Mauricio Metiary, Filip Singadji, Ron Tuhusula en Marcel Tunyluhulima. Wij hebben een vriendschap wat al meer dan 20 jaar sterk is. Jullie stonden altijd voor mij klaar en accepteerden mij om wie ik ben, met al mijn fouten en tekortkomingen. Ik heb me niet altijd als een voorbeeldige vriend gedragen, maar nooit heb ik mijn respect voor jullie verloren. Er was een periode in ons leven dat ik jullie heb teleurgesteld. De manier waarop jullie mij weer omarmden, dat gevoel wat dat mij gaf, kan ik niet in woorden omschrijven. En dat zegt wat voor een kletskous als ik. Ik dank William en Josias Pormes. Ons hele leven zijn we goed bevriend. Ik dank hun en in het bijzonder William, voor alles wat hij voor mij gedaan heeft. Ook al zie ik hun veel minder dan anderen, als ik hun zie, dat zit het goed. Wij hoeven elkaar niet vaak te zien, om te bewijzen hoe goed bevriend wij zijn. De kern van de vriendschap, dat blijft hecht. Ik dank ook andere mensen die een rol hebben gespeeld in mijn leven in negatieve zin. Ik ben er sterker door geworden.

Ik dank Pooja Manoe, omdat zij mij een spiegel voorhield. Ik herkende me er niet in terug. Door haar heb ik mezelf weer teruggevonden en ben ik weer die oude Emerson, die zo herkenbaar was voor een ieder en voor mezelf. Zij rukte mij los uit de ellende waar ik in zat en trok mij weer omhoog. Ik dank haar omdat zij de reden is, waarom mijn relatie met mijn naasten veel beter en hechter is geworden dan voorheen. Zij is de reden waarom ik nu gelukkig ben met een gezin. Zonder haar was er geen Daisy en helemaal geen Raphorah.

Ik dank mijn beide ouders en mijn beide broers, Etienne en Gregory. Ik dank ook Gregory’s vriendin Susanne. Een woord zegt genoeg om uit te drukken hoe ik over jullie denk: “Liefde.”

En als laatste dank ik mijn lieve vriendin Daisy en mijn dochtertje Raphorah. Jullie zijn de reden van mijn bestaan. Daisy bedankt voor jouw oprechte liefde en vertrouwen in mij. Raphorah, wij zijn erg blij dat jij in ons leven bent gekomen. Papa houdt van jou. Voor altijd.

1 opmerking: