vrijdag 15 april 2011

Geil

Uit maart 2010

Vanmorgen werd ik heerlijk wakker. De zon scheen recht in mijn ogen. De vogels fluiten. Voor even waande ik me in de hemel. “God bent u dat? Is het mijn tijd om te gaan? Neem me mee!” Na een paar seconden drong het tot me door: “KUT! Het is weer een nieuwe werkdag”. Mijn werk begint me steeds meer tegen te staan. Het feit dat ik elke ochtend mijn middelvinger opsteek, voordat ik het gebouw binnenstap zegt genoeg.

Vergelijk het maar met een wc schoonmaakster op het Amsterdam Centraal Station. Ik kan me niet voorstellen dat een dergelijk iemand, fris en fruitig en met volle moed aan haar werkdag begint. Ik zie het al helemaal voor me. Dan staat ze onder de douche te zingen: “Ik ga weer poep ruimen! Ik ga weer poepruimen! Ik ga weer poepruimen!”

Want zo zie ik dat ook. Ook ik ben ik aan het poep ruimen! Naast wc schrobber is mijn baan de ergste baan wat je maar kunt bedenken! Ik ben namelijk adviseur. Ik zeg mensen wat ze moeten doen. Het klinkt als een uitdaging, maar dat is het bij verre na niet. Mijn werk is zo geestdodend en eentonig, dat zelfs iemand van de sociale werkplaats nog een interessantere baan dan mij heeft. Ik werd laatst zelfs nog uitgelachen door leden van de Josti Band, toen ik verklapte dat ik telefonisch adviseur als beroep heb! Er kwam zelfs eentje, verkleed als Kapitein Haak, compleet met lapje voor zijn luie oog, naar mij toe en zei: “Wat heb ik medelijden met jou. Ik zou niet in jouw schoenen willen staan!” Om mij vervolgens keihard in mijn ballen te trappen!

Je begrijpt dus dat ik dit werk niet mijn hele leven zou willen doen. De gedachte dat ik hier de rest van mijn leven zou moeten doorbrengen, maakt me gek. Maak me dan maar gelijk af met een nekschot. Ik zou nog liever vastgebonden en gedwongen worden om naar dat gekrijs van Mariah Carey te luisteren, dan dat ik hier zou moeten blijven werken.

Wat zou het toch erg zijn om regio manager van deze keten te zijn! Vastgebonden aan regels, targets en doelstellingen! Dagelijks geconfronteerd worden met het gezeur van jankende klanten en mede collega’s. Ik zou er compleet getraumatiseerd van worden. En mocht dat niet voldoende zijn, gooi er dan gelijk een chronische depressie overheen. Om in de stijl van Fred Rutten te praten: Je moet wel behoorlijk “cijfergeil” om dit alles te weerstaan. Je hebt managers die een harde krijgen, zodra ze de positieve statistieken onder ogen krijgen. Die van mij wordt er niet warm van, eerder steen koud.

Ik ben wel geil, maar niet “cijfergeil” of “adviserend geil”. Dat zou wat zijn “adviserend geil”. Zie je het al voor je. Een bejaarde man die een vrouw van een klantenservice aan de telefoon krijgt. Zij krijgt van haar manager de opdracht om de man “adviserend geil” te woord te staan. De bejaarde man: “U adviseert mij om naar uw vestiging te komen? “
De vrouw (met hese stem): “Dat klopt”.
Bejaarde man: “Hoe kom ik daar dan?”
De vrouw (kreunend): “U nadert een kruispunt. U gaat rechtdoor, waarop u een T splitsing nadert. U penetreert de rechterzijde van weg. Vervolg uw weg. U passeert een erotiekwinkel. Ga recht vooruit, maar pas op. Het kan glibberig zijn, omdat het wegdek opnieuw geplaveid is. Na 10 minuten bent u op uw bestemming klaargekomen. Hallo meneer, bent u er nog?”
Bejaarde man: “JAAAAAAAA!! IK KOOOOOOOOOMMMMMMMMMMMM!!!!”

Eigenlijk is het de schuld van PSV trainer Fred Rutten. Met zijn zinnetje: “PSV moet geil voor de goal zijn”, heeft hij mij wakker geschud. Fred Rutten. Van hem had ik het nooit verwacht, dat zo’n zinnetje uit zijn mond zou komen. Het past ook niet bij hem, dat woord geil gebruiken. Hij was zo’n innemende man. De kroonprins van de huidige trainersgilde. Nu weet ik dat schijn bedriegt. Sinds die uitspraak weet ik dat mensen niet zijn hoe ze eruit zien. Vergelijk het maar met Wouter Bos, die op zijn afscheidsconferentie zegt: “Premier worden. Dat is het hoogst haalbare voor mij. Toen ik begon, was ik in staat van paraatheid. Ik heb me een weg door het Binnenhof gepenetreerd, waardoor ik heel opgewonden begon aan mijn taak als Vice Premier. Maar ik zou pas echt klaar gekomen zijn, als ik Minister President was geworden. Dat zou pas echt geil zijn! Wij, ministers, moeten geilen op de functie van Minister President! Noem het verslapping, noem het gebrek aan concentratie en daadkracht, noem het zoals je het wilt, maar het is een feit dat het mij niet gelukt is. Daarom rest mij niet anders dan, voor het zingen de kerk uit te gaan”. Ook geil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten