donderdag 14 april 2011

Wild West taferelen in Baflo

De wereld is gek geworden. Nee, ik zeg het verkeerd. De maatschappij is gek geworden. Ik verbaas me er steeds weer over dat er gekken zijn, die het zo nodig om anderen af te knallen, alvorens zelf het leven te ontnemen. We hebben Apeldoorn nog vers in ons geheugen. Drama Alphen dreunt nog na en nu vanuit een ander categorie, drama Baflo.

Baflo. Of all places. Bavvelt, om het in Grunnings te vertalen. Een stukje geschiedenis. Het dorpje is omstreeks 600 jaar voor Christus ontstaan. Rond die tijd was het gebied van Noord-Groningen half land en half zee, waardoor het periodiek werd overstroomd. In de Middeleeuwen, vanaf ongeveer 1200 werden zeedijken aangelegd, waardoor veel delen van het oorspronkelijke landschap bewaard zijn gebleven. Het wierdenlandschap wordt gerekend als het oudste cultuurlandschap van Nederland. Baflo is een klein dorpje met maar 1800 inwoners. Ook erg belangrijk om te weten. In Baflo staat ook de oudste jeugdsoos van Noord-Nederland: Jeugdsoos Eagle, waar de plaatselijke boeren hangjongeren nog lijm snuiven. Voor de fanatieke lezers onder ons: Baflo is het decor van een deel van Maarten ’t Harts roman “Verlovingstijd”.

En nu is Baflo het decor van een negroïde gek met dreadlocks die het statige stationnetje van Baflo veranderde in een slachtveld. Want dat is het. Een wildwest tafereel, die zijn weerga niet kent. Vooral niet in hoge Noorden. Daar schrikken ze al, als ze een negroïde man zien lopen in het dorp. “Kijk mam, zwarte Piet is al in het land!” Laat staan als die negroïde man ook nog eens het gezicht van zijn ex -vriendin tot moes slaat met een brandblusser, met de dood als gevolg en een politie agent met drie kogels door het hoofd het hiernamaals heen knalt. Onwerkelijk is het, maar vooral erg ziek. Wat bezielt zo’n man? Ik weet dat er in Baflo geen flikker te doen is en dat men puur uit verveling de luizen uit elkaars haren trekken, maar om twee mensen om te leggen, gaat wel erg ver. Ik kon het daarom niet geloven, toen ik vanochtend de krant opensloeg. “Huh Baflo? Het moet vast een typefoutje zijn van de journalist, want in Baflo gebeurt toch niks. Buffalo bedoelt hij zeker? Ergens in Amerika, waar dit soort nieuwsberichten zowat bij de norm van de dag hoort?” Maar nee, het was echt Baflo. Een dorpje bovenin Groningen.

Ik zeg expres negroïde man met dreads, omdat dat het eerste wat de media naar buiten bracht.
Zij openden onmiddellijk de jacht op de dader die in een signalement werd omschreven als een negroïde man met dreadlocks.” Ik slaakte een kreet van opluchting, toen ik een paar regels later las dat de man werd gearresteerd. De agenten wisten hem in de benen te schieten, conform procedure. Ik was opgelucht. Niet alleen omdat ze juiste neger te pakken hadden gekregen, maar ook omdat al die andere negers in alle coffeeshops in Groningen rustig kunnen blijven inhaleren, ehh ademhalen. Stel, als ze de dader niet te pakken hadden gekregen, dan kunnen alle coffeeshop eigenaren wel hun deuren sluiten. Want er valt geen omzet te behalen, als alle negers met dreadlocks achter slot en grendel zitten.

Dit drama is groter dan alleen de schietpartij. Dit drama zal nog honderden jaren in gedachten zijn bij de inwoners van Baflo. Dit drama zal verwerkt worden in de geschiedenisboekjes van Baflo. Dit drama zorgt ervoor dat Baflo vanaf nu verboden terrein is voor alle negroïde uitziende mensen met dreads. Ik hoor het de inwoners nu al zeggen: “ Ik hes da toch segt, of nait?! Di bin nait te vertrouw’n, die zwart’n. Rutte most al die zwart’n het land uut zett’n!”

Ook voor Sinterklaas is het verboden terrein. “Nee meneer Sint Nikolaas. Regels zijn regels. Ook voor u geldt hetzelfde. Het is verboden voor zwarten. U mag ons dorp binnenkomen, maar al u zwarte hulpjes niet”.
“Maar het zijn mijn slaafjes. Dan mag het toch wel? Ik tuig ze wel af, met een zweep”.
“Hoezeer mijn mede dorpbewoners en ik uw geste waarderen, zijn wij helaas genoodzaakt om uw aanbod af te slaan. Zwart is zwart, dus verboden terrein”
Met als gevolg. Huilende kinderen, omdat zij geen cadeaus meer krijgen van de Goed Heiligman.

Mijn beeld is over Baflo is direct veranderd. Baflo is het dorp van mijn oude Statistiek leraar, de heer Prinsen. Een hele humoristische, grijze man. Een Vitesse supporter in hart en nieren, wat wel weer jammer is. Meneer Prinsen is onze eigen Sir Richard Attenborough in “Miracle on 34th Street.


Ook hij wordt ieder jaar met kerst aangezien voor de Kerstman. In die periode kan hij dan ook niet normaal over de straten van Baflo. Hij is dan verplicht om een rood kloffie aan te trekken en voor de plaatselijke supermarkt, kleine kinderen op schoot nemen om al hun wensen te bespreken.


Mijn denkwijze is in het algemeen veranderd. Ik denk niet meer dat het hier niet gebeurt. Baflo ligt maar op een half uur afstand rijden van waar ik woon. Dit soort dingen gebeurt niet meer alleen in de grote steden. Dit soort dingen kunnen gewoon in mijn achtertuin gebeuren. De maatschappij is hard geworden. En gek. Dat hebben Tristan van der Vlis en die negroide man wederom bewezen.
 
 

1 opmerking: