vrijdag 15 april 2011

Leraar

Column uit 2006



"Emerson", zei hij, "jij mag jouw proefwerk niet in de klas maken". "Maar waarom niet?", vroeg ik verbaasd. "Omdat dat stoort", was zijn korte maar heldere uitleg. Ik vond dat vreemd. Normaal gesproken mag een proefwerk in de klas gemaakt worden. Ik zou dan achterin de klas moeten zitten. In dit geval mocht het niet.
 
Ik waagde het nog één keer. "Meneer, mag ik het alsjeblieft in de klas mijn proefwerk maken, want waar moet ik dan anders zitten?" Het antwoord van mijn leraar had ik wel verwacht: "Zoek maar een plek op, op de gang of ergens anders, je mag in ieder geval niet in mijn klas zitten". Zonder herrie te schoppen, taaide ik verbaasd af. Ik heb het nooit goed met mijn leraar kunnen vinden. Telkens vroeg ik me af, waar aan het lag, want één ding was zeker. Het lag niet aan mij. Ik kon met alle leraren opschieten. Ik haalde altijd en overal goede cijfers. Ik spijbelde nooit en zorgde er altijd voor dat mijn huiswerk prima in orde was. Dus waarom ik niet met deze leraar kon opschieten, was voor mij, op dat moment, een raadsel. Ik ben geen "troublemaker" en dit geval wou ik dat ook niet zijn, dus ik verliet mijn klas. Na een paar minuten rondgelopen te hebben op de gangen van mijn school, vond ik een plek onder de trap. Er was een tafel en stoel aanwezig. Op het moment dat ik mijn spullen neerlegde kwam mijn leraar naar mij toe. "Wat dacht je, dat je kon spieken?? " Voordat ik kon antwoorden, pakte hij mijn spullen af. Het enige wat ik had, was een pen en twee velletjes papier, waarvan op één vel de vragen opstonden.
 
Geen probleem, dacht ik. Ook al was ik twee weken ziek, ik ben prima up 2 date, omdat ik goed contact heb gehouden met mijn klasgenoten. Ik had mijn proefwerk binnen enkele minuten af. Eenmaal terug in de klas overhandigde ik mijn op papier gezette antwoorden aan mijn leraar, die mij vol minachting aankeek. Zijn blik vergeet ik nooit meer. Hij keek mij echt aan van "nu heb ik je". Kennelijk had hij het mis, want nadat hij mijn proefwerk had nagekeken, zette hij mij publiekelijk voor schut, door mijn proefwerk expres te verscheuren!! Hij keek mij demonstratief aan, toen hij mijn proefwerk versnipperde. "Wat doet u nu??!!", schreeuwde ik verbaasd. "Dat zie jij toch wel? Jij verziekt de sfeer, jij bent een stoorzender. Jij hoort hier niet!!" riep hij als een wildeman. Op dat moment knapte er bij mij iets van binnen en deed ik iets wat achteraf niet slim bleek te zijn. Ik stond op en gooide mijn stoel naar mijn leraar. Ik schopte tegen mijn tafel, pakte mijn spullen en ben gelijk de klas uitgegaan. Ik wou mijn leraar voor zijn en ben dus linea recta naar de directeur gegaan. Ik heb mijn directeur, mentor en decaan eerlijk verteld wat er gebeurd was. Ik besefte wat de gevolgen van mijn daad zouden kunnen zijn. Dat was niet slim zo aan het einde van mijn laatste schooljaar op het MBO kort.
 
Gelukkig liep het allemaal met een sisser af. Ik werd niet van school gestuurd en een schorsing kreeg ik ook niet, omdat ik in die twee jaar dat ik daar op school zat, geen problemen had veroorzaakt. Ik was zelfs een voorbeeld leerling. Het werd afgedaan als een incident. Waarom mijn leraar het deed? Omdat hij een negatief beeld heeft van Molukkers, om het maar zo te noemen. Hij haatte mijn volk. Ik ben niet de enige die dat dacht. Waarom hij mijn volk haat? Dat komt omdat een familielid van hem, betrokken was bij de akties van de jaren 70. Wat er precies destijds met zijn familielid is gebeurd, laat ik achterwege.
Al jaren stel ik mijzelf deze vraag: "Waarom?. Waarom geef je af op mensen, die er destijds niet bij waren? Mensen van mijn leeftijd, waren destijds nog niet eens geboren. Ik ben van oktober 1978. Ik heb het dus niet fysiek meegemaakt. Waarom geef je überhaupt les in Assen? Assen nog wel. De stad met de grootste Molukse gemeenschap. Waarom??" Ik heb daar nooit antwoord op gekregen. Ook niet toen ik een gesprek met hem had. Hij probeerde de band met mij enigszins te herstellen, maar het was al te laat. Ik had mijn mening over hem al klaarstaan. Niks kon mij daarvan weerhouden of verandering in brengen.
 
Nadat ik mijn diploma in ontvangst had genomen, gaf ik alle leraren een hand, behalve hem. Hij stond daar met uitgestoken hand en nepglimlach, maar ik sloeg hem over en gunde hem geen blik waardig. Enkele jaren nadat ik daar vertrok, had ik vernomen dat hij daar ook geen les meer gaf.
 
Ik weet niet hoe het met hem gaat. Soms denk ik wel eens aan hem, zoals ik ook aan andere leraren denk. Ik bewaar warme herinneringen aan alle leraren, behalve aan hem. Toch ben ik benieuwd hoe het met hem gaat. Destijds was ik een jonge scholier van net 17 jaar. Nu ben ik een volwassen man van 29 jaar. Ik ben ouder en wijzer. Ik zou bijvoorbeeld geen stoel meer naar hem gooien. Ik hoop dat hij is veranderd. Een mens is in staat om van het verleden en fouten te leren. Het gaat erom of hij inziet dat hij fout is geweest. Hij is fout geweest doordat hij op een negatieve manier beïnvloed werd door zijn denkwijze. Hij is fout geweest door zijn beroepsmatige voorkeur te verwarren met zijn persoonlijke voorkeur. Ondanks mijn verleden, die ik met hem heb, noem hem geen racist. Als ik dat zou doen, dan zou ik hem een titel geven. Een vervelende titel. Mocht ik hem toch een titel geven, dan is het leraar. Hij was mijn leraar, maar daar is ook alles mee gezegd.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten